‘Als je nog nooit tegen je ouders gezegd hebt, dat je van ze houdt en je hebt nog de kans om dat te doen, doe het.’
Met deze woorden werden we de pauze in gestuurd. Het was de slotzin uit het verhaal van een trainer die door plots overlijden van zijn vader zo’n pijn voelde dat hij nooit had gezegd hoeveel zijn vader voor hem had betekend.
Ik volgde een cursus bij Landmark, gericht op persoonlijke ontwikkeling. Ik was 22 jaar. Die pauze belde ik meteen mijn ouders. Geraakt door het verhaal dat ik net had gehoord. Realiserend dat ik het nog nooit had gezegd tegen mijn ouders. Wetende dat uitstellen het niet minder spannend maakt om de woorden te zeggen. Dus ik belde. In die pauze. Ik voelde de zenuwen door mijn lijf gaan. De telefoon ging over en mijn moeder nam op. Ik begon te vertellen. Dat het misschien raar zou klinken maar dat ik het belangrijk vond om iets nu tegen haar te zeggen. Ik haalde adem en vroeg mijzelf heel even af of ik toch niet wat anders zou zeggen want het was toch belachelijk om dit nu te doen. Na een korte aarzeling kwamen daar de woorden uit mijn mond: ‘Mam, ik hou van je.’
Stilte.
Een reactie die ik niet helemaal zag aankomen: ‘Gaat het goed met je? Je bent toch in een cursus? Heb je wel goed gegeten?
‘Mam, heb je gehoord wat ik vertelde?’
‘Jaja. Ik dacht dat je misschien te druk bezig was en nog niet gegeten had.’ Waarna het gesprek over heel iets anders verder ging.'
Die avond, na de cursus, kwam ik thuis en besloot het rechtstreeks tegen ze te zeggen. Ik keek mijn vader en moeder aan. ‘Ik hou van jullie’. Na een ongemakkelijke stilte volgde er een 'ja'. Wederom was ik wat van de leg. Toen ik aangaf dat ik het fijn zou vinden om die woorden ook te horen, als ze dat zo voelden, verscheen er een glimlach op het gezicht van mijn vader: ‘Dat weet je toch’, was zijn reactie, waarop mijn moeder instemmend knikte.
Dit was voor mij een beginpunt in het uitspreken van gevoelens. En als ik nu terug kijk, ook een beginpunt in het (opnieuw) leren houden van mijzelf.
Houden van.
Ik heb het er later met mijn ouders over kunnen hebben, wat maakt dat het zo moeilijk was om de woorden te gebruiken; het heeft te maken met hoe zij hun eigen ouders hebben ervaren en de manier waarop die liefde geuit werd. Het heeft te maken met de tijd waarin zij leefden en de heftige en verdrietige gebeurtenissen die toen speelden. Waar nauwelijks over gesproken werd. Met verwondering vroeg ik op door op hoe dat vroeger ging. Ik kreeg meer beeld bij het verhaal achter mijn ouders.
Door systemisch werk realiseerde ik mij hoe de opvoeding die mijn ouders hebben gehad, weer doorwerkt in hoe zij mij opvoeden. Hoe bepalend mijn ervaringen als kind zijn geweest in hoe ik nu in het leven sta. Ervaringen die zijn opgeslagen in mijn lichaam. En wat ik daarin ook weer doorgeef aan mij kinderen.
Els van Steijn noemt de metafoor van de fontein, waarbij het water stroomt als ieder zijn/haar eigen plek inneemt. In de fontein staan in de bovenstaande schalen als het ware je overgrootouders, daaronder je grootouders, daaronder je biologische vader en moeder en daaronder de schaal van jou met eventueel broers en zussen. De schaal daaronder is bestemd voor jouw kinderen. Ieder mens heeft een unieke en eigen plek in de fontein. Dan sta je in je eigen kracht en kan het stromen, in en door jou heen.
Thema’s als verbondenheid, loyaliteit, dragen voor een ander, verantwoordelijkheid over willen nemen, mijn eigen plek innemen. Ik heb ze middels systemisch werk aangekeken en voor mijzelf onderzocht hoe ik mij daartoe verhoud. Zelf verantwoordelijkheid nemen voor mijn leven, in volwassenheid stappen met mijn ouders op gepaste afstand achter mij. Met alles wat er was. En wat er niet was, dus ook het gemis.
Een mooie oefening in het systemisch werk is de levensstroom: door ieder stroomt een deel dat van moeders kant komt en een deel dat van vaders kant komt. Beide stromen, van jouw vader en jouw moeder, komen in jou samen. En stromen weer door jou heen naar voren toe. Als een levensstroom door jou heen. Waardoor jij met jouw eigenheid en kracht kan manifesteren.
Soms kan het moeilijk zijn om die stromen in je te laten verenigen. Of soms stagneert de stroom, blokkeert het je, voel je (of is) er geen verbinding met je achtergrond;
Systemisch werk is een laag waarop je die verbondenheid kunt onderzoeken. Hoe je weer contact kunt maken, in relatie kunt komen met dat waar je uit verbinding bent.
Houden van.
Toen mijn moeder ernstig ziek werd, heb ik besloten een brief te schrijven die ik in aanwezigheid van mijn vader en broer heb voorgelezen. Het was mijn manier om nogmaals uit te kunnen spreken dat ik van haar houd en te bedanken voor alles wat ze gedaan heeft. En voor het leven dat ze mij, samen met papa, geschonken heeft. Een brief die ik zou voorlezen op haar begrafenis. Ik wilde dat ze zelf nog kon horen welke liefdevolle woorden over haar gesproken werden. Haar reactie was ook nu anders dan ik had verwacht: ze zei iets in woorden die ik nog nooit van haar had gehoord. Ze liet weten dat in een waardige burger in deze maatschappij was geworden. Ze kneep daarbij liefdevol in mijn hand en keek mij lang in stilte aan. Een stilte die zoveel liefde in zich had.
Een half jaar na haar overlijden herinnerde ik mij het verhaal van de man uit de Landmark cursus. Waarom zou ik wachten met een brief aan mij vader schrijven? Die avond heb ik alles voorbij laten gaan in mijn hoofd en woorden op papier gezet die voor mij belangrijk waren. Ik ben de volgende dag gelijk langs gegaan om de brief voor te lezen en om nogmaals te zeggen dat ik van hem houd. Na het uitspreken van deze woorden was er wederom stilte, maar voor mij geen ongemakkelijke stilte meer. Ik kon voelen wat het kleine meisje in mij wilde horen en ik kon voelen hoe ik in het ‘nu’ weet dat hij zijn liefde anders uit. Het oogcontact dat we hadden was sprekend. De stilte was een taal geworden.
Dit gedicht komt uit de bundel van Toon Hermans. Het verwoord prachtig hoe ik de liefde van mijn ouders heb ervaren, alsof het vanuit het perspectief van mijn ouders is geschreven:
Ik kon niet zeggen wat ik voelde
Ik heb het ook niet uitgelegd
Maar tóch wist jij wat ik bedoelde
De stilte had het al gezegd
Als ik je kuste of je griefde
In blijheid of in droefenis
De liefde is pas échte liefde
Als stilte taal geworden is
Ik geloof erin, dat het helend is om contact te maken met de realiteit van onze achtergrond. Precies zoals die is. Ook al zijn ouders niet meer in ons leven of zijn ze afwezig. Met innerlijk werk kunnen we de verbinding onderzoeken, zoals hierboven in de (verkorte) oefening van de levensstroom of met een opstelling. Als we kunnen zijn met wat nu is, verduren, zonder direct te willen fixen (holding the space), ontstaat er ruimte. Ruimte om te voelen en jezelf uit te spreken. Ruimte om te helen wat van jou is, wellicht met systemisch werk als ondersteuning. Ruimte om verbinding te maken, daar waar contact onderbroken is geraakt. Om met de stroom van het leven mee te bewegen.
Houden van.
In een taal die voor jou past.
Liefdevolle groet, Brenda
Reactie schrijven